donderdag 25 oktober 2007

Autoriteit van de Kerk

Beginnend bij de Reformatie, hebben Protestanten de grondbeginselen van Sola Scriptura (Latijns: via de Bijbel alleen), bevorderd. Ironisch genoeg kan je deze stelling nergens in de Bijbel vinden. Om dit een geldige voorstel te maken (d.i. , dat alles dat nodig is voor redding die door God zijn geopenbaard makkelijk in de Bijbel te vinden , afgezien van en zonder de noodzaak of toevlucht te nemen tot de Magisterium om waarheidsgetrouw de Bijbel te interpreteren, en afgezien van de gezaghebbende levende Traditie van de Kerk), moet sola Scriptura zelf in de Bijbel te vinden zijn.
Maar dat is het niet. Integendeel, nergens vind je een claim van de Bijbel dat het de enige, voldoende regel van geloof is voor Christenen (zoals de meeste Protestanten veronderstellen). In plaats daarvan, het bevestigd de eigen belang en autoriteit en ook dat van Heilige Traditie en het Leergezag van de Kerk.

MATTEÜS 16:18-19
“Ik zeg jou: jij bent Petrus; op die steenrots zal Ik mijn kerk bouwen, en de poorten van het dodenrijk zullen haar er niet onder krijgen. Ik zal je de sleutels geven van het koninkrijk der hemelen, en wat je op aarde bindt zal ook in de hemel gebonden zijn, en wat je op aarde ontbindt zal ook in de hemel ontbonden zijn”.

MATTEÜS 18:17-18“Maar als hij naar hen niet luistert, zeg het dan tegen de gemeente. Als hij zelfs naar de gemeente niet luistert, beschouw hem dan als een heiden en een tollenaar. Ik verzeker jullie, wat jullie op aarde binden, zal ook in de hemel gebonden zijn, en wat jullie op aarde ontbinden, zal ook in de hemel ontbonden zijn”.

LUKAS 10:16
“Wie naar jullie luistert, luistert naar Mij, en wie jullie afwijst, wijst Mij af; maar wie Mij afwijst, wijst Hem af die Mij gezonden heeft”.

Als Toevoeging aan de passages uit het N.T. die laten zien dat de Bijbel sola Scriptura niet onderwijst , vinden we een waarschuwing aan diegenen die de gezagsleer negeren van de “priesters” die van God de taak kreeg met de verplichting om authentiek het Geloof te interpreteren en door te geven. In het O.T. gaf de Heer zijn priesters de autoriteit om zijn wetten te interpreteren (religieus, civiel en strafrechterlijk; Leviticus 20:1-27 , 25:1-55) en om bindende beslissingen te geven aan die interpretaties.

DEUTERONOMIUM 17:8-13
Net zoals de benoemde verzen laten zien, heeft de Heer de priesterlijke Magisterium (Leergezag) van Zijn Kerk ingesteld, met diverse gezag om te onderwijzen (Matteüs 8:20), om het Heilige Schrift te interpreteren (Handelingen 2:14-36), binden en ontbinden (Matteüs 18:18, Handelingen 15:28-29), en verder leerautoriteit in Zijn Naam uit te voeren (Lukas 10:16).

JUDAS 10-11
De “rebellie van Korah” (Korah was een achterkleinzoon van Abraham) waar Judas over spreekt is beschreven in Numerie 16:1-35. Korah en zijn boezemvrienden rebelleerden tegen de wettelijke autoriteit van Mozes en de priesters.

ANDERE CITATEN:

1 Korintiërs 10:8
1 Korintiërs 11:2
1 Tessalonicenzen 2:13
2 Tessalonicenzen 2:15
2 Petrus 1:20-21, 2:1

Geen opmerkingen: